‘Waarom Utrecht-keeper Robbin Ruiter in Oranje moet’
Bron: Infostrada Sports Group
Oftewel: tegen FC Twente moet je gemiddeld 11,8 keer op het doel schieten voordat je een doelpunt kunt noteren. Mocht je tegen VVV spelen, dan hoef je net geen 6 pogingen te creëren om een keer te mogen juichen. Dat is nogal een verschil. Let hierin ook weer op de positie van RKC: hier staan ze onderin, dus zijn ze relatief makkelijk te passeren.
Deze tabel roept vragen op. Is een lage effectiviteit van de tegenstander een kwaliteit van de keeper of de verdedigers voor hem? En verdienen Utrechts Robbin Ruiter of Vitesses Piet Velthuizen een kans in Oranje?
Het kan natuurlijk heel goed dat Ruiter en Velthuizen profiteren van een goede verdediging. Een goede verdediging zou de tegenstander kunnen dwingen ver te laten schieten. Dat zijn ongevaarlijke schoten: schoten van buiten de zestien hebben minder dan 3 procent kans hebben om erin te gaan, en die van binnen de zestien ongeveer 16 procent. En zo draagt een verdediging die de aanval op afstand houdt, sterk bij aan het succes van de keeper.
Het kan ook zijn dat de keeper hier ook aan bijdraagt. En misschien is dat ook wel de klasse van RKC’s veelgeprezen Jeroen Zoet, die al eens in de selectie van Van Gaal zat.
Maar als we het erop houden dat de verdediging verantwoordelijk is voor het aantal pogingen tegen, en de keeper voor het verijdelen van de pogingen – en dat doe ik – dan verdient Robbin Ruiter een kans in Oranje. Misschien kan Van Gaal hem eens oproepen, zodat hij hem van dichtbij kan beoordelen.